25 Sep 2023
Het KB van 4 september 2023, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 21 september 2023, versoepelt de borgtochtregeling zoals vervat in het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten (KB Uitvoering) en stelt de termijn uit voor de inwerkingtreding van de verplichte elektronische facturering bij overheidsopdrachten waarvan de geraamde waarde lager is dan 30.000 euro.
De voormalige regeling in artikel 25 KB Uitvoering schreef voor dat aanbesteders in principe verplicht waren om een borgtocht te vragen. Slechts in een limitatief aantal gevallen (bv. opdrachten voor verzekeringsdiensten, opdrachten inzake juridische dienstverlening,...) diende geen borgtocht van de opdrachtnemer geëist te worden.
Wenste een aanbesteder toch geen borgtocht op te leggen moest dit overeenkomstig artikel 9 § 4 KB Uitvoering gemotiveerd worden en moest dit noodzakelijk zijn wegens “de bijzondere eisen van de opdracht”.
Het systematisch eisen van een borgtocht (en de daarmee gepaard gaande bancaire kosten) belemmerde KMO’s die wilden vermijden dat een deel van hun vermogen geblokkeerd werd. Het nieuwe KB heeft daarom als doel artikel 25 KB Uitvoering inzake de borgtocht te vervangen en hiermee de huidige borgtochtregeling af te zwakken.
In principe blijft een borgtocht verplicht. Het bedrag van de borgtocht ligt vast op automatisch 5% van de waarde van de opdracht (in deze zin verschilt de nieuwe bepaling niet van de voormalige borgtochtregeling).
De aanbesteder kan echter beslissen geen borgtocht te eisen of een lager percentage dan 5% vast te stellen, zonder dat dit een afwijking vormt van de algemene uitvoeringsregels. Een bepaling in die zin moet in dat geval opgenomen worden in de opdrachtdocumenten, maar een motivering is niet langer nodig.
Wenst een aanbesteder daarentegen een hogere borgtocht dan 5% op te leggen, moet hij wel artikel 9 § 4 KB Uitvoering toepassen. Deze verstrenging is enkel toegelaten als de motivering voor de afwijking in de opdrachtdocumenten is vermeld en in zoverre de bijzondere eisen van de opdracht de afwijking noodzakelijk maken.
Voor opdrachten waarvan het gunningsbedrag lager is dan 50.000 euro mag de aanbesteder in principe geen borgtocht eisen. Onder de voormalige borgtochtregeling werd nog een onderscheid gemaakt naargelang de opdracht geplaatst werd in de klassieke sectoren (50.000 euro) dan wel in de speciale sectoren (100.000 euro). In de nieuwe regeling wordt één drempel toegepast.
Voor raamovereenkomsten behoudt de aanbesteder de keuze om een borgtocht per gesloten opdracht te eisen, dan wel om voor een globale borgtocht voor de hele raamovereenkomst te opteren. Wanneer een aanbesteder kiest voor een borgtocht per opdracht, is de nieuwe algemene borgtochtregeling van toepassing. Als een aanbesteder daarentegen voor een globale borgtocht opteert, wordt de waarde ervan automatisch bepaald op 3% van het geraamde bedrag van de raamovereenkomst. Naar analogie met de nieuwe algemene borgtochtregeling kan ook in dit geval het bedrag van de borgtocht gemakkelijk verlaagd worden, mits dit in de opdrachtdocumenten wordt opgenomen.
De modaliteiten voor de vrijgave van de borgtocht zijn herwerkt. De aanbesteder zal de borgtocht moeten vrijgeven zodra hij de oplevering aanvaardt, zelfs als de opdrachtnemer niet om de vrijgave verzoekt.
De bepalingen inzake de borgtocht treden in werking op 1 november 2023.
Het KB van 4 september 2023 wijzigt voorts het koninklijk besluit van 9 maart 2022 tot vaststelling van de modaliteiten aangaande de verplichting voor de ondernemers op het gebied van de elektronische facturering in het kader van overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten. Het KB verlengt de termijn voor de inwerkingtreding van de verplichting voor ondernemers om hun facturen elektronisch te versturen, voor overheidsopdrachten (en concessieovereenkomsten) waarvan de geraamde waarde lager is dan 30.000 euro, naar 1 maart 2024. Opdrachtnemers die onder deze opdrachten contracteren, kunnen dus hun digitaliseringsproces nog even uitstellen wat hen extra tijd geeft om zich aan te passen aan de nieuwe regels voor elektronische facturering.